[1]
O kom, o kom, Immanu?l,
verlos uw volk, uw Isra?l,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Isra?l!
Hij is nabij, Immanu?l!
[2]
O kom, Gij wortel Isa?,
verlos ons van de tyrannie,
van alle goden dezer eeuw,
o Herder, sla de boze leeuw.
Weest blij, weest blij, o Isra?l!
Hij is nabij, Immanu?l!
[3]
O kom, o kom, Gij Ori?nt,
en maak uw licht alom bekend;
verjaag de nacht van nood en dood,
wij groeten reeds uw morgenrood.
Wees blij, weest blij, o Isra?l!
Hij is nabij, Immanu?l!
[4]
O kom, Gij sleutel Davids, kom
en open ons het heiligdom;
dat wij betreden uwe poort,
Jeruzalem, o vredesoord!
Weest blij, weest blij, o Isra?l!
Hij is nabij, Immanu?l!
[5]
O kom, die onze Heerser zijt,
in wolk en vuur en majesteit.
O Adonai die spreekt met macht,
verbreek het duister van de nacht.
Weest blij, weest blij, o Isra?l!
Hij is nabij, Immanu?l! |
|