[1]
Hoe kan ik ooit de minste zijn
en acht ik eens een ander hoog,
als ik slechts denk in eigen lijn
en nooit voor Christus nederboog?
Genadig God, U geeft gehoor,
want Christus ging al dienend voor.
Genadig God, U geeft gehoor,
want Christus ging al dienend voor.
[2]
Hoe zou ik ooit de grootste zijn,
als ik steeds uit ben op de macht?
Want in uw rijk telt "groot wordt klein"
en gaat het niet om mensenkracht.
Ik dank U God voor wat ik leer,
want minder is bij U steeds meer.
Ik dank U God voor wat ik leer,
want minder is bij U steeds meer.
[3]
Wat onder is zal boven zijn.
Ik loof uw wijsheid, inzicht, eer.
Gezonder zal mijn loven zijn
door kennis van uw wijze leer!
Uw weg gaat hoger dan mijn zien
en ik ontdek dit als ik dien.
Uw weg gaat hoger dan mijn zien
en ik ontdek dit als ik dien.
[4]
Mijn spiegel is de Mensenzoon,
die voor mij dienend nederboog.
Ik zoek niet meer een eigen troon,
maar vraag het nu van God omhoog.
O Heer, leer mij uw dienstbaarheid,
dan volg ik U met dankbaarheid!
O Heer, leer mij uw dienstbaarheid,
dan volg ik U met dankbaarheid! |
|