[1]
De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop,
zij moeten zich niet haasten,
die leven van de hoop.
[2]
God moge ons behoeden,
wij zien elkander aan,
de broeder kent de broeder
als een die voor moet gaan.
[3]
Zo staat het voorgeschreven,
zo is het steeds voorzegd,
wie achter is gebleven
krijgt eerstgeboorterecht.
[4]
Het onderste komt boven,
de torens vallen om,
het woord is aan de doven,
de waarheid aan de droom.
[5]
Wie later is geboren
komt eerder aan de tijd,
wie lager thuisbehoren
gaan hogerop vrijuit.
[6]
Zo hoog zijn Gods gedachten,
zij gaan de tijden door,
wie voor was blijft ten achter,
wie achterbleef gaat voor.
[7]
Veracht dan niet de kleinen
en die verloren zijn,
want God noemt hen de zijnen
die laatgeboren zijn.
[8]
De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop!
Kiest dan de goede plaatsen
en geeft uw hart aan God. |
|