101 Ik ben zo blij

vorige pagina
[1]
Ik ben zo blij, dat 'k een kind
van de Heer mag zijn.
'k Heb er opeens een Vader bij.
Al is mijn jonge leventje
nog zonder zorg,
ik weet Hij houdt van mij.

En is mijn moeder boos op
al het kattekwaad,
dan heb ik soms weleens verdriet.
Maar ik weet, Hij maakt blij
en verzekert mij
dat ik een kind van de Heer mag zijn,
dat ik een kind van de Heer mag zijn.