[1]
Majesteit,
groot is zijn majesteit;
lof zij Jezus
en glorie, hulde en eer.
Majesteit,
God, die de zijnen leidt.
Vanaf zijn troon
vestigt de Zoon
zijn heerschappij.
Dus verhoog,
maak eeuwig groot
de naam van Jezus.
Volk van God
kom en breng lof
aan Jezus, de Koning.
Majesteit,
groot is zijn majesteit;
dwars door de dood
werd Hij verhoogd,
Jezus regeert! |
|