[1]
Heilig, heilig, heilig,
Here God almachtig
vroeg in de morgen
wordt U mijn zang gewijd.
Heilig, heilig, heilig,
liefdevol en machtig,
drieënig God, die één in wezen zijt.
[2]
Heilig, heilig, heilig,
Gij blijft ons verborgen,
wijl' voor zondig' ogen
uw glans verdwijnt in nacht.
Gij alleen zijt heilig,
geen is uws gelijke,
volmaakt in liefde, heiligheid en macht!
[3]
Heilig, heilig, heilig!
Here God almachtig,
heel de schepping prijst U
in aard' en hemel wijd.
Gij alleen zijt heilig,
liefdevol en machtig,
drieënig God, die één in wezen zijt. |
|