[1]
Ik geloof in het bloed van Jezus,
ik geloof in de kracht van zijn naam.
Ik geloof dat Hij stierf voor mijn zonden,
ik geloof: Hij is opgestaan!
[2]
Ik geloof dat zijn moeder een maagd was,
ik geloof in het heilig offerlam.
Ik geloof dat Hij opsteeg naar zijn Vader
en dat Hij eens terugkomen zal.
[chorus]
Op die rots bouwt de Heer zijn kerk;
dit huis is niet gebouwd op zand.
Op die rots staan wij samen sterk;
het kwaad krijgt nooit de overhand.
[3]
Ik geloof dat Hij ons kwam redden,
ik geloof dat Hij mens was zoals wij.
Ik geloof dat Hij ons zijn Geest zond,
ik geloof in zijn kracht, ook in mij.
[4]
Ik geloof in zijn trouw elke morgen,
dat zijn liefde er altijd al was.
Ik geloof dat Hij voor ons wil zorgen,
ik geloof dat Hij zieken genas.
[5]
Ik geloof in de eenheid van zijn kind'ren,
zo verschillend, maar toch één kerk.
Dat, waar wij in zijn naam bijeen zijn,
Jezus Zelf in ons midden werkt.
[6]
Ik geloof dat ik bergen kan verzetten
en dat ik zijn stem kan verstaan.
Ik geloof, als ik bid zonder twijfel,
dat ik wonderen zal zien in zijn naam.
[7]
Ik geloof in het bloed van Jezus,
ik geloof in het bloed van Jezus,
ik geloof in het bloed van Jezus. |
|