[1]
Ik wil juichen voor U, mijn Heer,
met blijdschap in mijn hart.
Ik wil jubelen voor U, Heer,
mijn hart is vol ontzag.
[2]
Ik erken: U, Heer, bent God
en ik behoor U toe.
Mijn aanbidding is slechts voor U
wat ik ook denk of voel.
[chorus]
En ik ga door de poorten met een loflied,
want ik wil U ontmoeten deze dag.
En ik zing U alle lof toe,
'k hef mijn handen naar U op.
Ik prijs uw naam,
God van de eeuwigheid.
[3]
Ik wil juichen voor U, mijn Heer,
met blijdschap in mijn hart.
Ik wil jubelen voor U, Heer,
mijn hart is vol ontzag.
Ik erken: U, Heer, bent God
en ik behoor U toe.
Mijn aanbidding is slechts voor U
wat ik ook denk of voel.
[4]
Want de Heer is goed.
Zijn goedertierenheid
is tot in eeuwigheid, amen!
Ja, de Heer is goed,
zijn liefde en zijn trouw
zijn tot in eeuwigheid, amen!
[chorus]
En ik ga door de poorten met een loflied,
want ik wil U ontmoeten deze dag.
En ik zing U alle lof toe,
'k hef mijn handen naar U op.
Ik prijs uw naam,
ik prijs uw naam,
ik prijs uw naam,
God van de eeuwigheid,
God van de eeuwigheid,
God van de eeuwigheid.
[5]
|
|