[1]
Licht van de wereld,
U scheen in mijn duisternis;
nu mag ik zien wie U bent.
Liefde die maakt, dat ik U wil kennen Heer,
bij U wil zijn elk moment.
[chorus]
Voor U wil ik mij buigen,
U wil ik aanbidden,
U wil ik erkennen als mijn Heer.
Want U alleen bent waardig,
heilig en rechtvaardig,
U bent zo geweldig goed voor mij.
[2]
Hemelse Heer,
U, die hoog en verheven bent,
Koning vol glorie en macht,
bent als een kind
naar de wereld gekomen,
legde uw heerlijkheid af.
[3]
En nooit besef ik hoe U leed,
de pijn die al mijn zonde deed.
En nooit besef ik hoe U leed,
de pijn die al mijn zonde deed.
[4]
|
|