[1]
Wij knielen voor uw zetel neer,
wij, Heer en al uw leden,
en eren U als onze Heer,
met lied'ren en gebeden.
[2]
Laat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Gods getuige,
o eerstgeboorne uit de dood,
zich diep eerbiedig buigen!
[3]
Die ons, gereinigd door uw bloed,
tot priesters hebt verheven,
en ons de hoge rang, de moed
van koningen gegeven.
[4]
Aan U de roem, aan U de lof,
U d' eerkroon opgedragen;
geheel deez' aarde en 't hemelhof
moet van uw eer gewagen.
[5]
U, die als Heer der heerlijkheid
verrees tot heil der volken,
verwachten wij in majesteit
eens komend op de wolken.
[6]
Ja, halleluja, zie Hij komt!
Juicht, mensen, eng'len samen
met vreugd, waar alles bij verstomt!
Juicht allen! Amen, amen! |
|