[1]
Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
Wie op Hem hoopt,
wordt niet beschaamd;
ik steun alleen op Jezus' naam.
[chorus]
Hij is de rots waarop ik sta;
de vaste grond voor mijn bestaan,
de vaste grond voor mijn bestaan.
[2]
Ook als de nacht mijn zicht vervaagt,
toont Hij zijn liefde die mij draagt.
Al woeden stormen om mij heen,
mijn anker rust in Hem alleen.
[3]
Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
Ik bouw op Jezus, anders niet;
het is zijn bloed dat redding biedt.
[4]
Want zijn belofte en zijn bloed
die doen mij sterk staan in de vloed.
Als alles wankelt rondom mij;
mijn fundament, mijn hoop blijft Hij!
[5]
Wanneer Hij komt met luid geschal,
weet ik dat Hij mij kennen zal.
Bekleed met zijn gerechtigheid
ben ik van Hem in eeuwigheid.
[6]
Hij is de rots waarop ik sta;
de vaste grond voor mijn bestaan,
de vaste grond voor mijn bestaan,
de vaste grond voor mijn bestaan. |
|