[1]
Toen Noach met z?n zonen
aan het bouwen ging,
ontstond de ark; het was
een joekel van een ding.
De mensen hoonden, lachten
en dreven luid de spot,
maar Noach luisterde
alleen naar God.
PA DA PA!
Hij luisterde alleen naar God!
[2]
De regen kwam met grote
plenzen naar benĂȘe;
Gods eigen fijne schepping
werd een grote zee.
Zou heel de mooie aarde
voorgoed verloren gaan?
Welnee, want Noach
heeft Gods stem verstaan.
PA DA PA!
Ja, Noach heeft Gods stem verstaan!
[3]
Na maanden van bewolking
werd de lucht weer blauw;
het regende niet meer,
het zag niet langer grauw.
Een duifje droeg het teken:
?De aarde wordt weer droog!?
God sprak vol liefde:
?Noach kijk omhoog.?
PA DA PA!
God sprak tot Noach: ?Kijk omhoog!?
[4]
Als jij een regenboog hoog
in de lucht ziet staan,
die mengeling van kleuren,
waar denk jij dan aan?
Gods liefde voor de aarde
reikt hoog, ja hemelhoog.
Geloof het wonder
van de regenboog.
PA DA PA!
Het wonder van de regenboog! |
|