[1]
Palmtakken, mantels
worden uitgespreid,
voor Hem op de weg
naar Jeruzalem.
Lang van tevoren
is het voorbereid.
De Koning die komt,
alles zingt voor Hem.
Met duizenden stemmen
die zingen tot Zijn eer:
Gezegend die komt
in de naam van de Heer.
Jezus, de Zoon van David,
groot is het gejuich;
ook kind'ren doen mee
en zij zingen luid:
Hosanna, hosanna
voor de Heer.
Hosanna, hosanna
voor de Heer. |
|