[1]
Als wij zingen tot de eer
van de hoogverheven Heer,
als wij komen met een loflied
in ons hart.
Ja, dan bouwen wij een troon
voor de Vader en de Zoon.
Dus prijs met mij de
naam van onze God.
[2]
Wij willen zingen
van de grote dingen,
die de Here Jezus heeft gedaan,
want door zijn leven voor ons te geven,
mogen wij het koninkrijk van God
nu binnengaan. |
|