[1]
Kom, we gaan in optocht,
doe je mee?
Allemaal en samen,
twee aan twee.
[chorus]
Overal trompetten,
op de trommel slaan.
Jezus is weer bij ons,
Hij is opgestaan.
[2]
Op de grote trommel,
rom, bom, bom,
spelen wij en zingen
om en om.
[3]
Trek je mooie kleren
er bij aan.
Zing: De Heer is waarlijk
opgestaan. |
|