110 Er gingen twee mensen

vorige pagina
[1]
Er gingen twee mensen
van deur tot deur,
ze klopten overal aan
en vroegen: ?Is hier nog een
bed voor ons,
een plaats waar we heen
kunnen gaan?'

en vroegen: ?Is hier nog een
bed voor ons,
een plaats waar we heen
kunnen gaan?'
[2]
Er gingen twee mensen
de straten door,
maar elke deur bleef op slot.
Een stal werd dus toen de
geboorteplaats,
een huis voor het Kindje van God.

Een stal werd dus toen de
geboorteplaats,
een huis voor het Kindje van God.
[3]
Na na na...
[4]
Die nacht werden herders
door engelen
verlicht en daardoor gewekt.
Ze hoorden de boodschap
en hebben toen
het Kind in de kribbe ontdekt.

Ze hoorden de boodschap
en hebben toen
het Kind in de kribbe ontdekt.
[5]
Ze knielden toen neer
voor de Zoon van God,
zo arm, in doeken gehuld;
hun dankbare harten vol zekerheid:
dit Kindje draagt eens
onze schuld.

hun dankbare harten vol zekerheid:
dit Kindje draagt eens
onze schuld.
[6]
Na na na...
[7]
Geleid door een ster
uit het buitenland,
brachten wijzen de eer
aan Jezus het Kind,
en aanbaden Hem
als Christus, de Koning en Heer.

aan Jezus het Kind,
en aanbaden Hem
als Christus, de Koning en Heer.
[8]
Wij vieren het kerstfeest
in deze tijd
en steken er kaarsjes bij aan:
symbolen van blijdschap
en dankbaarheid.
Vergeet niet wat God heeft gedaan.
symbolen van blijdschap
en dankbaarheid.
Vergeet niet wat God heeft gedaan.
[9]
Na na na...