[1]
Is er troost voor kinderen die huilen?
Is er licht in het donker van de nacht?
Is er iemand die fouten kan vergeven?
Is er, voor wie moe is, nieuwe kracht?
[2]
Er is één, die troost als ik moet huilen,
die zijn licht laat schijnen in de nacht.
Als ik spijt heb, wil Hij mij vergeven,
als ik moe ben, geeft Hij nieuwe kracht.
[3]
En ik weet dat Hij altijd met mij meegaat
en mij leidt als ik in het donker zit.
Ja, mijn allerbeste vriend is Jezus,
die mij hoort en luistert als ik bid. |
|