172 Heer, U kent mij als geen ander

vorige pagina
[1]
Heer, U kent mij als geen ander,
U weet of ik zit of sta.
En U kent ook mijn gedachten
voordat ik iets zeggen ga.

Dat U mij zo heel goed kent Heer,
daar snap ik dus echt niks van.
?t Is een wonder boven wonder,
dat ik niet begrijpen kan.
[chorus]
Want U bent altijd bij mij
en altijd om mij heen.
U legt uw handen op mij
en laat mij nooit alleen.

Want U bent altijd bij mij
en altijd om mij heen.
U legt uw handen op mij
en laat mij nooit alleen.
[2]
Ook al zou ik naar het westen
of het verre oosten gaan;
overal zult U mij leiden,
U zult altijd naast me staan.

En U maakte heel mijn lichaam,
telde ook nog al mijn haar.
Nee, dit kan ik ook niet vatten,
het is mij te wonderbaar.