[chorus]
Onder, boven,
voor en achter,
God is altijd bij mij.
Onder, boven,
voor en achter,
God is om mij heen.
[1]
Al vlieg ik met het vliegtuig
naar een heel ver land
of vaar ik naar een eiland
met een prachtig strand.
Al loop ik naar de buurvrouw
aan de overkant;
ik ben nooit in mijn eentje,
want?
[2]
Al ga ik naar mijn oma
met de trein en bus
of speel ik op het schoolplein
met mijn broer en zus.
Al loop ik voor mijn moeder
naar de brievenbus;
God is altijd bij mij,
dus? |
|