217 Kind van God

vorige pagina
[1]
Heel gewoon
zoals ik ben,
ben ik een kind
van de Here God.

Heel gewoon
zoals ik ben,
ben ik een kind
van God.
[2]
Als ik lach,
maak ik God blij,
als ik huil
dan troost Hij mij.

Voel ik me goed
of juist heel rot,
ik blijf een kind
een kind van God.