[1]
Eet van het brood,
het lichaam van de Heer.
Denk aan zijn dood
telkens weer.
[2]
Als wij samen eten,
blijft geen mens alleen,
want in Jezus' lichaam
zijn wij één.
[3]
Drink van de wijn
en denk aan Jezus' bloed
dat ons vergeeft
en leven doet.
[4]
Als wij samen drinken,
blijft geen mens alleen,
want in Jezus' lichaam
zijn wij één.
[5]
Neem brood en wijn
en als je drinkt en eet,
dank dan de Heer
voor wat Hij deed.
[6]
Samen om de tafel
blijft geen mens alleen,
want in Jezus' lichaam
zijn wij één. |
|