270 U bent God

vorige pagina
[1]
U bent zo geweldig groot,
(U bent zo geweldig groot,)
U schiep alles door uw Woord.
(U schiep alles door uw Woord.)
Want U sprak en het bestond
en zo bracht U alles voort.
[2]
U bent zo geweldig sterk,
(U bent zo geweldig sterk,)
tegen U kan niemand op.
(tegen U kan niemand op.)
Er is niemand zoals U;
ja, U bent gewoon echt top!
[chorus]
U bent God en U bent Heer.
Vorm mijn leven tot uw eer,
want ik wil U volgen dag en nacht.
Neem mijn leven in uw hand;
slijp het als een diamant,
tot het straalt en glinstert vol van pracht.
[3]
U bent zo geweldig wijs,
(U bent zo geweldig wijs,)
U geeft altijd goede raad.
(U geeft altijd goede raad.)
U weet overal van af,
al het goed en al het kwaad.
[4]
U bent zo geweldig goed,
(U bent zo geweldig goed,)
zonder zonde, zonder fout.
(zonder zonde, zonder fout.)
U bent absoluut perfect,
dank U dat U van mij houdt.
[5]
Bridge:
U bent er altijd al geweest
en U blijft er ook altijd.
Er is geen plek waar U niet bent
nu en tot in eeuwigheid.