[1]
Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
wat verlangt mijn ziel dan meer?
Zou ik immer aan Hem twijf'len,
die mij voortleidt keer op keer?
[2]
Zoete troost en zaal'ge vrede
heb ik steeds op zijn bevel.
Wat mij hier mag overkomen,
Hij maakt alle dingen wel.
Wat mij hier mag overkomen,
Hij maakt alle dingen wel.
[3]
Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
troost geeft Hij tot in de dood.
Als ik zwak ben in beproeving,
sterkt Hij mij met 't hemels brood.
[4]
Als mijn treden soms gaan wank'len
en mijn ziel van dorst versmacht,
geeft Hij mij het levend water
en vernieuwt mijn levenskracht.
Geeft Hij mij het levend water
en vernieuwt mijn levenskracht.
[5]
Heel de weg leidt mij mijn Heiland,
door al 't aardse stormgebruis,
en volkomen vreugde wacht mij
in het zalig vaderhuis.
[6]
Als 'k mijn kroon, die Hij zal geven,
aan zijn voeten nederleg,
zal mijn lied voor eeuwig wezen:
"Jezus leidde heel de weg."
Zal mijn lied voor eeuwig wezen:
"Jezus leidde heel de weg." |
|