[1]
Vertrouw op God,
die aard' en hemel schiep
en alles voor zijn glorie
blijft bestemmen.
Geen berg is Hem te hoog,
geen zee te diep;
geen hinderpaal
kan zijn genade remmen.
[chorus]
Vertrouw op God,
uw God in spanning en gevaren;
vertrouw op Hem
al strijdend tegen d' onheilsmacht.
Als u volhardt,
zult u zijn heerlijkheid ervaren,
veel meer dan wie ook
heeft gebeden of gedacht.
[2]
Vertrouw op God,
op Hem wiens mens gij zijt,
wiens beeld U in de wereld
uit mag dragen;
die, als het zijne
deerlijk schipbreuk lijdt,
de daad stelt van
zijn off'rend welbehagen.
[chorus]
Vertrouw op God,
uw God in spanning en gevaren;
vertrouw op Hem
al strijdend tegen d' onheilsmacht.
Als u volhardt,
zult u zijn heerlijkheid ervaren,
veel meer dan wie ook
heeft gebeden of gedacht.
[3]
Vertrouw op God,
wiens trouw uw uitkomst is,
als U al 't uwe
aan Hem kwijt wilt raken;
dan hebt g' een huis
en een gedrenkte dis
bij Hem die heel zijn liefde
waar zal maken.
[chorus]
Vertrouw op God,
uw God in spanning en gevaren;
vertrouw op Hem
al strijdend tegen d' onheilsmacht.
Als u volhardt,
zult u zijn heerlijkheid ervaren,
veel meer dan wie ook
heeft gebeden of gedacht.
Vertrouw op God, Halleluja |
|