408 Leid,goede herder, leid ons

408

vorige pagina
[1]
Leid, goede herder, leid ons,
uw kudde zwak en klein,
bij 't gaan door donk're dalen,
langs afgrond en ravijn.
[2]
Geleid ons in uw voetspoor
naar 't zalig hemeloord,
O gids van alle eeuwen,
onsterf'lijk levenswoord.
[3]
Gezegend is het leven
van hem, die volgt zijn God,
die gaat langs rechte wegen,
naar heilig, wijs gebod.
[4]
Zend, Heer, de Geest der waarheid,
die kleinen leven doet,
want onder zijn geleide
gaat veilig onze voet.
[5]
Dan houden aardse pelgrims,
de blik omhoog gericht
en ziende op het einde
wordt hun verdrukking licht.
[6]
Dan zijn wij, met de zaal'gen,
voor eeuwig bij de Heer
en loven onze herder.
Zijn grote naam zij eer.