[1]
't Scheepje onder Jezus hoede,
met zijn kruisvlag hoog in top,
neemt als ark van de verlossing
allen, die in nood zijn, op.
[2]
Al staat de zee ook hol en hoog
en zweept de storm ons voort,
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog.
[3]
Zon, bestraal het kleine scheepje;
winden stuwt het zacht vooruit;
golven, draagt het naar de verten,
waar Gods einder zich ontsluit.
[4]
Dat nooit 't geloof bezwijken zal;
God houdt zich aan zijn woord;
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog.
[5]
Zie, o zondaar, hoe de kruisvlag
wappert boven d' oceaan!
Kom tot Jezus; wie Hem volgen,
kan geen storm ooit doen vergaan.
[6]
Wij wenden ons tot God omhoog:
"O Heer, geleid ons voort!"
Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog! |
|