12 Gezang 12

Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot

vorige pagina
[1]
Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot
op zijne hoogste troon,
die nu zijn rijk voor ons ontsloot
en schonk ons zijne Zoon,
en schonk ons zijne Zoon.
[2]
Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer
op aard', om kind te zijn,
een kindje arm en naakt en teer,
al in een kribje klein,
al in een kribje klein.
[3]
Verzakende zijn macht en recht
verkoos Hij zich een stal,
neemt de gestalt' aan van een knecht,
de Schepper van het al,
de Schepper van het al.
[4]
En nu ontsluit Hij weer de poort
van 't schone paradijs;
geen cherub die de toegang stoort:
God zij lof, eer en prijs,
God zij lof, eer en prijs.