[1]
Jezus leeft, en wij met Hem:
dood, waar is uw schrik gebleven?
Jezus leeft, en zijne stem
roept ook ons eens weer tot leven,
zal ons eens met eer bekleen:
dit is onze troost alleen!
[2]
Jezus leeft: Hem is de macht
over 't gans heelal gegeven,
en wij zullen door zijn kracht
Hem gelijken, eeuwig leven.
Zou Gods trouw ooit wank'len? Neen,
dit is onze troost alleen!
[3]
Jezus leeft, dit is gewis:
waar ons pad ook heen moog' leiden,
zelfs geen macht der duisternis,
niets kan ons van Jezus scheiden.
't Steunen op zijn mogendheen:
dit is onze troost alleen!
[4]
Jezus leeft, nu is de dood
ons een ingang tot het leven.
Welk een rust in stervensnood
zal dit woord ons harte geven.
Gij, o Heiland, Gij alleen,
Gij zijt onze troost alleen! |
|