[1]
U bent gedoopt in Christus naam,
gestorven en begraven;
ook bent u met Hem opgestaan,
God schenkt u thans zijn gaven.
[2]
Gekruisigd bent u met de Heer;
de zond' is overwonnen.
U bent geen slaaf van zonde meer.
De vrijheid is begonnen.
[3]
Het is de wens van onze Heer,
dat wie zijn naam belijden
niet zondigen maar altijd weer
voor 't goede blijven strijden.
[4]
Met Hem gekruisigd, opgestaan,
is ook de macht gegeven
om door zijn Heil'ge Geest voortaan
in dienst van God te leven. |
|