[1]
Eens op aarde sprak de Heiland:
"Neem uw kruis en volg mij na!"
Zou dat woord mij zo verschrikken,
dat ik niet met Jezus ga?
[2]
Nee, mijn Heiland!, nee mijn Heiland!
'k Neem mijn kruis en draag het blij.
Nee, mijn Heiland, nee, mijn Heiland!
'k Volg U, waar de weg ook zij.
Nee, mijn Heiland, nee, mijn Heiland!
'k Volg U, waar de weg ook zij.
[3]
Zou ik vrezen voor de drempel
van het heilig waterbad,
dat een zinnebeeld wil wezen
van de weg, die Hij betrad?
[4]
'k Zal niet vrezen, 'k zal niet vrezen!
Hij daald' af in de Jordaan.
'k Zal niet vrezen, 'k zal niet vrezen!
Hij is in de dood gegaan.
'k Zal niet vrezen, 'k zal niet vrezen!
Hij is in de dood gegaan.
[5]
Jezus' sterven openbaart mij,
hoe de Vader mij bemint.
Wie in Jezus' dood gedoopt is,
blijft voor eeuwig Vaders kind.
[6]
Wat een vreugde, wat een vreugde,
nu 'k Hem in zijn sterven ken;
wat een vreugde, wat een vreugde,
dat 'k met Hem begraven ben.
Wat een vreugde, wat een vreugde,
dat 'k met Hem begraven ben.
[7]
Zou het teed're banden breken,
zou geluk vergaan tot as -
dan vertroost mij de gedachte:
'k ben geweest, waar Jezus was.
[8]
't Zal mij geven, 't zal mij geven
kracht om 't lijden te doorstaan
't zal mij geven, 't zal mij geven
kracht om met Hem voort te gaan.
't Zal mij geven, 't zal mij geven
kracht om met Hem voort te gaan.
[9]
Door de doop met Hem begraven,
wil ik afgestorven zijn
in zijn dood aan alle zonden;
Jezus' sterven maakt mij rein.
[10]
Ik zal volgen, ik zal volgen
Jezus, die mijn ziel genas.
Ik zal volgen, ik zal volgen!
Ik wil zijn, waar Jezus was.
Ik zal volgen, ik zal volgen!
Ik wil zijn, waar Jezus was. |
|