[1]
In de pracht van taal en teken
spreekt God in het openbaar.
Nimmer raak ik uitgekeken
op de kracht van elk gebaar.
In de doop spreekt Hij van leven,
in zijn dood ten ondergaan.
In het water mag ik even
in het graf van Jezus staan.
[2]
In de taal van brood en beker
spreekt God zijn genade uit.
Zo laat Hij ons heden delen
in het eeuwig Godsbesluit.
Als de Heer het brood laat breken
spreken wonden van zijn hand.
Als wij Christus' dood uitspreken
staan wij zingend hand in hand.
[3]
Was een boot eens
Jezus' preekstoel,
beeldend was zijn sterke taal.
Wat door levend water aanspoelt
is de kracht van zijn verhaal.
In het blijde woord van Christus
spreekt Gods liefde naar zijn aard.
Aan het dodend kruis van Jezus
blijkt een mens Hem alles waard! |
|