434 Heiland, 'k heb uw stem vernomen

434

vorige pagina
[1]
Heiland, 'k heb uw stem vernomen,
die mij riep in diepe nacht;
met mijn schuld ben ik gekomen
tot uw wond're liefdemacht.
[2]
Bij uw kruis heb ik gevonden
zieIevrede, rust voor 't hart;
door uw lijden, door uw smart
hebt U mij verlost van zonden.
Zie, o Heer, 'k val U te voet,
die mijn schulden hebt geboet.
[3]
U wil ik mijn leven wijden;
'k volg U, waarheen U mij leidt,
en ik wil alom belijden,
wie Gij, Heiland, voor mij zijt.
[4]
't Oude leven, met zijn zonden
neergedaald in 't watergraf,
legt al zijn onreinheid af,
om, van zond' en dood ontbonden,
met U, Heiland, op te staan
en geheel uw weg te gaan.
[5]
Komt, laat ons de Heiland eren,
in wiens dood wij zijn gedoopt.
Hem alleen als Heer begeren,
op wie ieder christen hoopt.
[6]
Nimmer zal Hij ons begeven!
Wie Hem volgde in het graf,
legde 't oude leven af
om op aard voor Hem te leven,
tot wij eens na aardse strijd
ingaan tot zijn heerlijkheid.