[1]
Wij staan, Heer, in gedachten
rondom uw open graf,
dat eens verslagen harten
weer hoop ten Ieven gaf.
Ons wijst het stilIe water
de weg van leven aan;
't is sterven en verrijzen,
met U ten hemel gaan.
[2]
Heer Jezus, wij gedenken
de kilte van uw graf,
de doeken en het duister,
de nacht, die U omgaf.
Daar hebt U willen spreken
na angsten van het kruis,
ons hebt U 't recht gegeven
van 't eeuwig vaderhuis.
[3]
U bent voor ons begraven,
U hebt uw werk volbracht;
uw kruis schenkt ons verlossing
en licht in onze nacht.
O Eerste uit de doden,
die ons tot leven wekt,
die aan de macht der zonde
ons door uw dood onttrekt!
[4]
Wij zijn met U gestorven,
o Christus, onze hoop,
en willen 't oude leven
begraven in de doop.
Wij willen U belijden,
die ons hebt overmocht,
U danken en U eren,
die ons hebt vrijgekocht. |
|