439 Wij bidden: Onze Vader

439

vorige pagina
[1]
Wij bidden: Onze Vader
die in de hemel troont,
uw Zoon kwam ons zo nader,
dat ons uw Geest bewoont!
Het is alleen genade:
U droeg voor ons de straf.
Wij danken onze Vader
die ons weer leven gaf.
[2]
Al wat nu schuld mag heten
is voor ons ingelost.
Rein is nu ons geweten
want U hebt ons verlost.
Wij mogen vrijuit bidden,
want God schenkt ons de hoop,
dat Hij is in ons midden
in 't teken van de doop.
[3]
Uw naam wordt juist geheiligd:
de doop is op uw naam.
Waar U een zondaar reinigt
breekt steeds uw rijk zich baan.
Ook wordt uw wil gehoorzaamd
wanneer er wordt gedoopt.
Nooit zal een mens teloor gaan
want levend is zijn hoop.
[4]
Zo is de doop een bede
van een gereinigd kind.
U eindigt ons verleden
en schenkt een nieuw begin.
Drieƫen'ge God, wij dopen
want uwer is het rijk,
de kracht, het heerlijk hopen,
van U in eeuwigheid!