445 U mag ik kennen, o Heer
445
vorige pagina
[1]
U mag ik kennen, o Heer,
bij U mag ik zijn.
Uw dood te gedenken
door het brood en de wijn.
[2]
Gemeenschap te hebben,
door het bloed van uw Zoon
en dan neer te knielen
voor uw heilige troon.