262 In een scheepje

vorige pagina

[1]
In een scheepje over zee.
Vaar je mee, vaar je mee?
In een scheepje over zee.
Vaar je mee?
[2]
Hoei, daar komt een wilde storm.
?t Is enorm, ?t is enorm.
Hoei, daar komt een wilde storm.
?t Is enorm.
[3]
Maar ook Jezus is aan boord.
Met zijn woord, met zijn woord.
Maar ook Jezus is aan boord.
Met zijn woord.
[4]
En precies zoals Hij wil.
Wordt het stil, wordt het stil.
En precies zoals Hij wil.
Wordt het stil.