206 Gouden harpen ruisen

vorige pagina

[1]
Gouden harpen ruisen,
Bij der Eng'len zang;
Paarlen poorten beiden,
's Konings hemelgang.
Jezus, Gloriekoning,
Vol van majesteit,
Ging Zijn troon bestijgen,
Hem omhoog bereid.
[chorus]
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
[2]
Hij, Wiens dood verlossing,
Schonk aan u en mij.
Zit gekroond met glorie,
Aan Zijn Vaders zij.
Jezus heeft verwonnen,
Dood en hel aan 't kruis.
Jezus, Gloriekoning,
Ging naar 't Vaderhuis.
[chorus]
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
[3]
Biddend voor Zijn kind'ren,
In dat zalig oord,
Roepend hen ten glorie,
Eeuwig, ongestoord;
Lief'lijk plaatsbereidend,
Voor Zijn toevend kind,
Daar waar Jezus eeuwig,
Leeft en hen bemint.
[chorus]
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst