469 U is altijd mijn hart gewijd

469

vorige pagina
[1]
U is altijd mijn hart gewijd,
o God van liefd' en zegen;
U bent mijn geest tot heil geweest;
U leidt m' op' s levens wegen.
[2]
Want door uw trouw
zal vreugd noch rouw
mij ooit van U doen wijken;
en hoe mijn hart ook lijd' in smart,
uw trouw zal niet bezwijken.
[3]
U is altijd mijn hart gewijd,
eens door uw Geest herboren!
De klacht verstomt, de vreugde komt,
waar U uw stem doet horen.
[4]
Laat 's vijands kracht,
geen enk'le macht
mij nimmer U ontroven;
Heer, U bewaart op deze aard'
hen, die in U geloven.