[1]
Heer, leer m' uw wil verstaan
en brengen in praktijk:
help mij de zuiv're koers te gaan,
gericht op' t koninkrijk.
Ik schiet in veel te kort,
maar pleit op uw geduld
en weet dat 't wonder moog'lijk wordt
als mij uw Geest vervult.
[2]
Ik buig ootmoedig 't hoofd,
want trouw was 'k niet altijd,
maar uw ontferming is beloofd
aan wie zijn schuld belijdt.
Ik leef uit uw genĂ¢
op Golgotha bereid
en smeek: Laat eeuwig mij bestaan
van uw barmhartigheid!
[3]
Mijn geestdrift geldt het meest
mijn kansen in uw plan;
aan hulp'loos zwakken leert de Geest
te kunnen wat niet kan.
Heer, dank U voor 't mandaat,
het maakt m' onnoem'lijk rijk;
ik zoek als christen hier op aard'
het eerst uw koninkrijk. |
|