1808 Psalm 18:8

Hun zijt Gij goed, die goedertieren handlen;

vorige pagina
Hun zijt Gij goed, die goedertieren handlen;
Oprecht bij hen, die in oprechtheid wandlen.
Gij houdt U rein bij hen, die rein zijn, maar
Verkeerden toont Gij U een worstelaar.
Want Gij verlost het volk, door druk gebogen,
Maar werpt ter neer, die groot zijn in hun ogen.
Door U, o HEER', geeft mijne lamp haar licht.
Mijn God verdrijft den nacht uit mijn gezicht.