1811 Psalm 18:11

Mijn voet hebt Gij doen in de ruimte treden;

vorige pagina
Mijn voet hebt Gij doen in de ruimte treden;
Mijn gang werd vast, ik ben niet uitgegleden.
De vijand week; ik volgd', en trof hem aan,
En keerde niet, tot ik hem had verdaan.
Mijn spies doorstak al wie mij tegenstonden,
Zodat zij zich niet meer herstellen konden.
Dus zag ik door Uw bijstand hen verplet,
En mijnen voet hun op den nek gezet.