488 Buiten U, o Heer, kan mijn ziel niet leven

488

vorige pagina
[1]
Buiten U, o Heer,
kan mijn ziel niet leven,
in U is mijn hart slechts voldaan;
't oude laat ik los om m' aan U te geven
en tot de verloor'nen te gaan.
't Oude laat ik los om m' aan U te geven
en tot de verloor'nen te gaan.
[2]
Als de golven slaan
en stormen woeden,
als de nacht zo somber mij schijnt;
dan zie 'k op tot U, die mij zal behoeden;
bij U zal ik veilig steeds zijn.
Dan zie 'k op tot U, die mij zal behoeden;
bij U zal ik veilig steeds zijn.
[3]
Waarom zou ik dan
voor de offers vrezen,
die de Heiland eist ook van mij?
Wie een volgeling van de Heer wil wezen,
drage 't kruis gewillig als Hij!
Wie een volgeling van de Heer wil wezen,
drage 't kruis gewillig als Hij!
[4]
Aan uw dienst, o Heer,
wil ik mij verbinden;
zodat niets van 't kruis mij ooit scheidt!
In U zal 'k mijn roem
en mijn vreugde vinden,
kracht om 't overwinnen, altijd!
In U zal 'k mijn roem
en mijn vreugde vinden,
kracht om 't overwinnen, altijd!