Uw goedheid, HEER', is hemelhoog,
Uw waarheid tot den wolkenboog,
Uw recht is als Gods bergen,
Uw oordeel grondloos; Gij behoedt,
En zegent mens en beest,en doet
Uw hulp nooit vruchtloos vergen.
Hoe groot is Uw goedgunstigheid,
Hoe zijn Uw vleuglen uitgebreid!
Hier wordt de rust geschonken;
Hier 't vette van Uw huis gesmaakt.
Een volle beek van wellust maakt,
Hier elk in liefde dronken. |
|