"Roept in den nood tot Mij, uw God en HEER',
Dan help Ik u, en gij geeft Gode d' eer ".
Maar Zijne taal tot goddelozen luidt:
"Waarom toch spreekt gij Mijne wetten uit?
Wat roemt gij u als Mijn verbondelingen,
Daar g' u door woord noch straffen laat bedwingen?" |
|