[1]
Wij loven Jezus,
die in ons bestaan
leefde en diende,
Gods wil deed verstaan.
Hij heelde de mensen
en maakte hen vrij.
Hij was de liefde,
Gods rijk was nabij!
[chorus]
O Christus, Heer en koning,
gekruisigd, opgestaan;
door uw onpeilbaar dienstwerk
is de gemeent' ontstaan.
U bent haar hart en meester,
haar leven in de dood.
U bent haar vaste fundament
op weg in strijd en nood.
[2]
Wij loven Jezus,
die in eenzaamheid
leed aan de wereld,
haar zonde en strijd.
Van God verlaten,
van mensen veracht,
riep Hij tenslotte:
"Nu is het volbracht!"
[chorus]
O Christus, Heer en koning,
gekruisigd, opgestaan;
door uw onpeilbaar dienstwerk
is de gemeent' ontstaan.
U bent haar hart en meester,
haar leven in de dood.
U bent haar vaste fundament
op weg in strijd en nood.
[3]
Wij loven Jezus,
gewekt uit de dood,
die zo de wereld
het leven ontsloot,
die door zijn Geest
zijn gemeente eens schiep;
haar tot zijn dienst
aan de volkeren riep.
[chorus]
O Christus, Heer en koning,
gekruisigd, opgestaan;
door uw onpeilbaar dienstwerk
is de gemeent' ontstaan.
U bent haar hart en meester,
haar leven in de dood.
U bent haar vaste fundament
op weg in strijd en nood |
|