519 Droog met uw wind mijn tranen

519

vorige pagina
[1]
Droog met uw wind mijn tranen
en deel in mijn verdriet.
Heer, leid mijn pijn in banen,
waar U uw troost gebiedt.
Soms kan ik niet meer huilen
zo groot is het gemis.
Laat mij dan bij U schuilen,
waar dit te dragen is.
[2]
Heer, U kent mij van binnen,
de breuk door heel mijn hart.
Wat moet ik nu beginnen,
waarheen met al die smart?
Doe in uw kruik mijn tranen,
bewaar de zware tijd.
En wil mij dan bepalen
bij licht en eeuwigheid.
[3]
Eens droogt U al de tranen;
voorbij is dan verdriet.
En God zal ons dan manen
tot vreugde in ons lied.
Daar zal geen dood, geen rouw zijn,
geen moeite en geen pijn.
Het tranenbrood zal op zijn,
de tranen zijn voorbij.