5603 Psalm 56:3

Zij rotten saam, en houden bozen raad

vorige pagina
Zij rotten saam, en houden bozen raad,
Terwijl mij elk in 't heimlijk gadeslaat,
Mijn schreden volgt, en mij naar 't leven staat;
Door ramp noch klacht bewogen.
Zoudt Gij, o God, nog met Uw heilig' ogen,
Hun boosheid zien, en straffeloos gedogen?
Neen: stort hen neer door Uw geducht vermogen.
Uw gramschap straff' hun kwaad.