[1]
Ga niet alleen door 't leven,
die last is u te zwaar;
Laat Één u sterkte geven,
ga tot uw middelaar!
[2]
Daar is zoveel te klagen,
daar is zoveel geween,
en zoveel leed te dragen:
ga niet alleen!
En zoveel leed te dragen:
ga niet alleen!
[3]
Ga niet alleen; uw koning
wil komen in uw hart.
Ach, geef het Hem ter woning;
hoe stilt Hij dan uw smart!
[4]
Wie kan er tranen drogen
als Jezus? Immers geen!
Richt dan de treurend' ogen
naar Jezus heen!
Richt dan de treurend' ogen
naar Jezus heen!
[5]
Welzalig, die 't ervaren,
dat Hij hun alles is;
dan kennen z' in gevaren
bezorgdheid noch gemis.
[6]
Hij draagt dan in zijn armen
door alle nood hen heen;
wie steunt op zijn ontfermen,
is nooit alleen;
wie steunt op zijn ontfermen,
is nooit alleen! |
|