6804 Psalm 68:4

O God, toen Gij, met majesteit

vorige pagina
O God, toen Gij, met majesteit,
Uw Israel hebt uitgeleid,
En op Uw heil doen hopen;
Toen Gij langs Parans woesten grond
Hun voortoogt, schokte d' aard' in 't rond.
De hoge heemlen dropen;
De bergen rezen zelfs omhoog;
Men zag dit Sinai voor 't oog,
Van Isrels Koning beven.
Een milden regen zondt G', o HEER',
Op Uw bezwijkend, erfnis neer,
Om sterkt' aan haar te geven.