Hoe Hij Zijn oog op hen had neergeslagen,
Egypte van Zijn tekenen deed wagen,
En Zoans veld, daar Hij hen af wou zondren;
Een streng toneel deed worden van Zijn wondren;
Waar poel en beek, en groot' en kleine vloed,
Ondrinkbaar werd, en niets dan walglijk bloed. |
|